Er zijn wereldwijd heel veel verschillende soorten pompoenen. Een belangrijk onderscheid die je kan maken tussen de verschillende soorten pompoenen is of de pompoen eetbaar is of juist alleen voor decoratie is. Dit kan je redelijk eenvoudig testen. Als je de pompoen namelijk opensnijdt dan tonen pompoenpitten aan of de pompoen eetbaar is of niet. Zitten er geen pitten in dan is de pompoen vaak alleen voor decoratie. Zitten er wel pompoenpitten in dan kan de pompoen gegeten worden. Er zijn ook pompoenen zonder pitten die wel eetbaar zijn. Om dit eenvoudig te testen kan je het beste een klein stukje van het vruchtvlees van de pompoen koken en dan opeten. Een pompoen moet een lekkere smaak aan zitten. Is de smaak absoluut niet lekker dan is de pompoen alleen geschikt voor decoratie.
De meest voorkomende pompoenen zijn:
Flespompoen (butternut squash)
De flespompoen staat ook wel bekend als de butternut squash pompoen. Deze pompoen heeft een zacht, zoete, nootachtige smaak. Deze pompoen wordt veel gebruikt in diverse recepten. Dat komt doordat er in het vruchtvlees van deze pompoen geen draadjes zijn. De pompoen is een kleine tot middelgrote pompoensoort met een fles of peerachtige vorm. De pompoen weegt tussen de 0,5 en 2,5 kilo en heeft een gladde, harde, crèmekleurige schil. Het vruchtvlees van de lespompoen is oranje en heeft een redelijke hoeveelheid pitten in het dikke gedeelte van de pompoen zitten.